De Toekomst:
Het Duizendjarig Rijk en de Nieuwe Hemel en Aarde
Sectie 3 – De Toekomst: Duizendjarig Rijk, Hemel en Nieuwe Aarde
Het Evangelie (Sectie 1) gaat over uw eeuwige redding.
Service (Sectie 2) gaat over uw leven nu als kind van God.
Maar de Bijbel kijkt verder: naar een toekomst die zo groot en heerlijk is dat geen mens het volledig kan bevatten.
- Satan is 1.000 jaar gebonden (Openb. 20:2-3). Hij kan de volken niet meer verleiden.
- De natuur wordt hersteld, de woestijn bloeit, oogsten zijn overvloedig (Jes. 35:1).
- Christus regeert als Koning over de hele aarde, rechtvaardig en volmaakt.
- Gelovigen in hun natuurlijke lichamen, die de verdrukking hebben overleefd.
- Gelovigen in hun verheerlijkt lichaam, die bij de opname of bij de opstanding hun verheerlijkte staat hebben ontvangen.
- Dit zijn de overlevenden van de verdrukking die als “schapen” het Koninkrijk binnengaan.
- Zij zijn nog sterfelijk: hun dagen worden verlengd (Jesaja 65:20), maar zij kunnen nog sterven.
- Zij trouwen en krijgen kinderen; hun nakomelingen vullen de aarde.
- Hun kinderen moeten, net als wij vandaag, zelf kiezen: geloven of niet geloven.
- Dit zijn de Gemeente (1 Korinthe 15:51-53; 1 Thessalonicenzen 4:16-17), de Oudtestamentische gelovigen (Daniël 12:2-3) en de martelaren uit de verdrukking (Openbaring 20:4).
- Zij zijn onsterfelijk, volmaakt en trouwen niet meer (Mattheüs 22:30).
- Zij regeren met Christus en dienen in Zijn Koninkrijk (Openbaring 20:6).
- Geen zwakte, geen ziekte, geen dood meer.
- Geen zonde meer.
- Een lichaam dat geschikt is voor de eeuwigheid, maar tastbaar en echt.
- Eten en drinken – zonder honger of tekort - Jesaja 65:21; Jesaja 25:6 (“En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg allen volken een feestmaal van vette spijzen maken, een feestmaal van oude wijnen…”)
- Praten en lachen – gemeenschap zonder ruzie of misverstanden - Jesaja 65:19
- Reizen – zonder vermoeidheid of beperking
- Wandelen en ontmoeten – samenkomen met anderen, in volmaakte liefde - Jesaja 2:3; Zacharia 8:21
- Vissen of ondernemen – genieten van de schepping, werken en creëren zonder frustratie - Jesaja 65:22-23; Ezechiël 47:10
- Zingen en muziek maken – met volmaakte stem en vreugde - Jesaja 35:10 (“En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederkeren, en tot Sion komen met gejuich; en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen…”)
- Bouwen en regeren – verantwoordelijkheid dragen in Christus’ Koninkrijk - Jesaja 65:21-22; Openbaring 20:6 (“…zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren.”)
- Leren en ontdekken – nieuwe dingen zien en begrijpen, zonder grenzen - Jesaja 11:9 (“…want de aarde zal vol zijn van de kennis des HEEREN, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.”)
- Aanbidden en dienen – zonder vermoeidheid of sleur, in volmaakte vreugde - Zacharia 14:16; Jesaja 66:23
- Genieten van de natuur – zonder gevaar, zonder dood, zonder vloek - Jesaja 11:6 (“En de wolf zal bij het lam verkeren, en de luipaard bij het geitenbokje nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee tezamen; en een kleine jongen zal ze drijven.”) Jesaja 11:9
- Geen ongeloof meer.
- Geen zonde meer.
- Geen satan meer.
- Geen dood meer.
- Satan is voorgoed weg – nooit meer verleiding of opstand (Openbaring 20:10).
- Er zijn geen tranen, geen dood, geen rouw, geen gekrijt, geen moeite meer (Openbaring 21:4).
- Er is geen vloek meer (Openbaring 22:3).
- Het Nieuwe Jeruzalem is de woonplaats van de gelovigen: “En het gebouw van haar muur was jaspis; en de stad was zuiver goud, gelijk zuiver glas. En de fondamenten van den muur der stad waren met allerlei kostelijke steen versierd… En de twaalf poorten waren twaalf paarlen, elke poort was uit één parel…” (Openbaring 21:18-21).
- God Zelf woont bij de mensen: “En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Zie, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn; en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.” (Openbaring 21:3).
Mattheüs 8:12
“En de kinderen des koninkrijks zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal wening zijn en knersing der tanden.”
Het lot van de ongelovigen – de andere kant
Zo schitterend als de toekomst is voor allen die Christus toebehoren, zo verschrikkelijk is het lot van hen die Hem verwerpen.
📖 Lukas 16:22-23 laat zien dat de ongelovige na de dood onmiddellijk in de hel komt:
“…en de rijke stierf ook, en werd begraven. En in de hel zijnde, hief hij zijn ogen op, zijnde in de pijn…”
Daar verblijven alle ongelovigen, wachtend op het laatste oordeel. Wie nu sterft zonder Christus, komt direct in de hel – en blijft daar tot het einde van het Duizendjarig Rijk. Wie vlak vóór dat Rijk sterft, zal dus zeker duizend jaar in de hel verblijven.
Het grote witte troon-oordeel
Na die duizend jaar volgt het laatste oordeel: het grote witte troon-oordeel (Openb. 20:11-15).
Dit oordeel is niet voor gelovigen – hun zonden zijn volledig weggedaan door het offer van Christus (Joh. 5:24; Rom. 8:1).
Het is uitsluitend voor ongelovigen – zij die hun naam niet hebben in het boek des levens.
📖 Openbaring 20:12 – “En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend… en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.”
Daar zal alles openbaar worden:
- Ieder verkeerd werk.
- Elk verkeerd woord.
- Elke verkeerde gedachte.
📖 Prediker 12:14 – “Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, hetzij kwaad.”
📖 Mattheüs 12:36 – “…van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, daarvan zullen zij rekenschap geven in den dag des oordeels.”
En dan volgt de uitkomst:
📖 Openbaring 20:14-15 – “En de dood en de hel werden geworpen in de poel des vuurs; dit is de tweede dood. En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in de poel des vuurs.”
Vuur én buitenste duisternis
De Bijbel gebruikt beide beelden om de eeuwige straf te beschrijven:
- Vuur – onuitblusbaar, eeuwig brandend, pijnigend (Markus 9:43-44).
- Duisternis – totale afzondering, zonder licht, zonder hoop (Mattheüs 8:12; Judas :13).
Deze twee sluiten elkaar niet uit, maar versterken elkaar:
- Het vuur van de poel is zo intens dat het geen zichtbaar licht geeft – enkel pijn en foltering.
- Tegelijk is er volledige duisternis – absolute verlatenheid en scheiding van God.
- Het is dus een plaats van vuur én buitenste duisternis: eeuwige pijn en eeuwige eenzaamheid, zonder hoop, zonder uitkomst.
⚖️ Het grootste contrast
- Gelovigen – vergeven, in Christus, een verheerlijkt lichaam, eeuwige heerlijkheid met God.
- Ongelovigen – geoordeeld naar hun werken, in de hel en daarna voor eeuwig in de poel van vuur: vuur en buitenste duisternis tegelijk.
⚠️ Een dringende uitnodiging
U gaat hoe dan ook de eeuwigheid in.
De vraag is niet óf, maar waar.
👉 Eeuwig leven met God – in vreugde, liefde en heerlijkheid.
👉 Of eeuwige scheiding van God – in duisternis en vuur.
Er is geen middenweg. Er is geen “tweede kans” na de dood.
De keuze valt hier en nu.
📖 Johannes 3:36 – “Die in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.”
Daarom: stel niet uit. Kom tot Christus vandaag.
Hij droeg de straf voor uw zonden aan het kruis. Hij stond op uit de dood om u eeuwig leven te geven. En Hij nodigt u uit:
📖 Mattheüs 11:28 – “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.”
Weet u zeker waar ú de eeuwigheid zult doorbrengen?