Een zeker mens — Eén adem, eeuwig vuur

(Eén ademtocht hier, de volgende in de hel.)

INLEIDING — HEB JE WEL TIJD VOOR DE EEUWIGHEID?


Alles moet tegenwoordig snel.

Kort. Flitsend.

Niet te veel tekst, niet te lang, niet te zwaar.

“We hebben geen tijd.”


Maar bedenk dit:

Als je geen tijd hebt om over de eeuwigheid na te denken,

hoe zul je die dan kunnen doorbrengen?


Iedereen leeft gehaast.

Zappend van prikkel naar prikkel,

van scherm naar scherm,

alsof stilte gevaarlijk is

en nadenken te veel gevraagd.


Maar in de eeuwigheid

zal niets meer flitsen.

Er is geen tempo meer,

geen haast, geen afleiding.

Alle maskers vallen af.

Alle stemmen verstommen.

Alleen werkelijkheid blijft over.


Daar, voorbij de laatste adem,

zal alles stil worden —

verschrikkelijk stil.

Geen beweging. Geen vlucht. Geen ontkomen.

Alleen jij... en wat waar is.


Daar is geen scrollen meer,

geen volgende video,

geen “nog even later”.

Daar is geen tijd meer om te kiezen —

alle keuzes zijn dan voorbij.


Dus ik vraag je:

Neem de tijd.

Lees langzaam.

Denk na.

Want wat je nu leest,

gaat niet over vandaag,

maar over voor altijd.


Dit gaat niet over “een tekst.”

Dit gaat over jou.

Over je ziel.

Over waar je de eeuwigheid zult doorbrengen.

EEN ZEKER MENS — DE HEL DIE JE KUNT VOORKOMEN

Mensen praten liever niet over de hel.

Men noemt het overdreven, verouderd, te hard.

Maar Jezus Christus sprak vaker over de hel dan over de hemel.

Hij deed dat niet om angst te zaaien,

maar om te waarschuwen uit liefde.


Want de hel is werkelijk.

De Schrift noemt haar ook verderf, verdoemenis, en pijniging

woorden die ieder iets laten zien van de ernst van Gods oordeel.

En wie er eenmaal is,

komt er nooit meer uit.


Daarom schrijf ik hierover.

Niet om de schrik aan te jagen,

maar om je te laten beseffen hoe ernstig het is wat de Bijbel zegt —

opdat je zult begrijpen waarvan Jezus je wilde redden.


Er is maar één weg om de hel te ontvluchten:

door geloof in de Heere Jezus Christus.


Want wie in Hem gelooft, heeft eeuwig leven;

maar wie Hem verwerpt,

zal zeker verloren gaan.


Dit geldt voor ieder mens

ongeacht afkomst, religie, overtuiging of kennis.

Of men zichzelf gelovig noemt of ongelovig,

moslim, jood, boeddhist of atheïst —

de dood maakt geen onderscheid.

De hel vraagt niet naar je kerk, je rituelen of je meningen.

Zij kent maar één grens:

ben je in Christus, of ben je buiten Hem?

Want wie buiten Hem sterft,

zal — zoals de Schrift zegt — verloren gaan.


“Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld;

maar die niet gelooft, is alreeds veroordeeld,

dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam

des eniggeboren Zoons van God.”

Johannes 3:18


Om te laten zien waarvan wij gered moeten worden,

opende Jezus Zelf een venster naar de eeuwigheid.



EEN ZEKER MENS — ONTWAAKT IN DE HEL (LUKAS 16)

Er was een zeker mens, zei Jezus.

Niet: “er was eens.”

Niet: “stel u voor.”

Nee — er was een zeker mens.


Een echte man.

Hij leefde, at, lachte, werkte en sliep — net als jij.


Hij was rijk, gekleed in purper en fijn linnen.

Zijn dagen waren gevuld met feest en overvloed.

Hij kende zijn poort, zijn dienaren, zijn tafel...

maar hij kende God niet.


Bij zijn poort lag Lazarus, arm, ziek, vol zweren,

hongerend naar de kruimels die van de tafel van de rijke vielen.

De honden likten zijn wonden.

De rijke keek weg.


Twee levens.

Twee eindes.

Twee bestemmingen.


Lazarus stierf — en werd door de engelen gedragen in Abrahams schoot.

Zijn lijden was voorbij.

Zijn ziel was thuis.


De rijke man stierf ook — en werd begraven.

De mensen spraken zacht,

deden hun plicht bij het graf.

Maar terwijl zijn lichaam koud lag in de aarde,

opende hij zijn ogen... in de hel.


“En in de hel sloeg hij zijn ogen op, zijnde in pijn.”

Lukas 16:23


Wat een schok moet dat geweest zijn.

Geen overgang. Geen slaap. Geen stilte.

Eén ademtocht hier — en de volgende in vlammen.


De plaats waar hij ontwaakte was geen graf,

maar de plaats der pijniging,

het vuur dat niet uitgeblust wordt.

Daar brandt geen symbolisch vuur,

maar het ware vuur van Hades,  waar de zielen der verlorenen zijn.


Dit is de hel — maar nog niet de finale hel.

Hades is de tijdelijke verblijfplaats van hen die zonder Christus sterven:

een werkelijkheid van pijn, bewustheid en oordeel,

maar nog vóór het laatste oordeel.


Hoe vreselijk het daar ook al is,

het is slechts de wachtruimte van de eeuwigheid

de voorhof van het uiteindelijke verderf.

Want eens zullen zij uit Hades worden geroepen,

om te verschijnen voor de Grote Witte Troon.


Het is de hel vóór de hel,

de wachtkamer vóór het oordeel,

en wat daarna komt, is nog oneindig erger.


Hij had geen lichaam — dat lag in het graf —

maar hij zag, hij hoorde, hij dacht, hij herinnerde.

Hij voelde de hitte, het vuur, de pijn, de angst.

En hij smeekte:


“Vader Abraham, zend Lazarus, dat hij het uiterste van zijn vinger in het water dope,

en mijn tong verkoele; want ik lijd smarten in deze vlam.”

Lukas 16:24


Eén druppel water — dát was alles wat hij nog begeerde.

Maar zelfs dat werd hem geweigerd.


“Tussen ons en u is een grote kloof gevestigd,”

zei Abraham,

“zodat niemand van hier tot u kan overgaan,

noch vandaar tot ons.”

Lukas 16:26


Een kloof — eeuwig, onoverbrugbaar.

Geen ontsnapping. Geen tijd. Geen tweede kans.


De rijke man had alles op aarde,

maar nu had hij niets:

geen genade, geen hoop, geen toekomst.


Hij was bewust.

Hij was levend.

Hij was veroordeeld.

Voor eeuwig.


Hij dacht aan zijn broeders.

Hij wist dat ook zij op weg waren naar dezelfde plaats.

Hij smeekte:

“Zend iemand om hen te waarschuwen!”


Een stem — niet uit de hemel, maar uit de diepte.

Een schreeuw uit de hel zelf.

Niet om water, niet om rust,

maar om dat het Evangelie gebracht zou worden.


Die stem klinkt nog steeds.

Door de eeuwen heen echoot ze,

uit het vuur, uit de pijn, uit het besef dat het te laat is.


Een schreeuw uit de hel —

omdat niemand daar wil dat zijn geliefden komen.

Een schreeuw om predikers,

om waarschuwing,

om genade —

maar te laat.


Wat de rijke man toen smeekte,

is wat ik nu doe.

Ik roep je toe,

niet uit vlammen,

maar met hetzelfde vuur van ernst:


Laat je waarschuwen.

Wat hij toen verlangde,

breng ik je nu —

het Evangelie van redding door Jezus Christus.

Want wat hij niet meer kan zeggen,

mag ik nog zeggen.

En dat is dit:


Geloof — voordat het te laat is.


Maar het antwoord kwam:

“Zij hebben Mozes en de profeten;

dat zij die horen.”

Lukas 16:29


Met andere woorden:

zij hebben het Woord van God.

Als zij dat niet geloven,

zullen zij ook niet geloven,

al ware het dat iemand uit de doden opstond.


En zo eindigt het verslag.

Niet met hoop. Niet met verlossing.

Maar met stilte, vuur en bewustheid.


De man bestaat nog steeds —

in dezelfde pijn,

in dezelfde vlam,

in dezelfde herinnering.


Tweeduizend jaar later...

en het einde is nog niet begonnen.



DE HEL IS GEEN MYTHE

Jezus liet deze deur even opengaan,

opdat wij zouden begrijpen hoe werkelijk dit is.


De hel is geen symbool.

Geen droom.

Geen tijdelijke straf.

Het is een echte plaats van bewuste pijniging,

een plaats van verderf en verdoemenis.


Zoals God — Die Geest is — kan zien, horen, denken en voelen,

zo blijft ook de mens bewust, zelfs zonder lichaam.


Wie sterft zonder Christus,

zal het ervaren zoals de rijke man het ervoer —

met alles wat hij is, voor altijd.


“En zij zullen uitgaan, en zij zullen de doden der mensen aanschouwen,

die tegen Mij overtreden hebben; want hun worm zal niet sterven,

en hun vuur zal niet uitgeblust worden.”

Jesaja 66:24


Daarvoor kwam Jezus.

Om te redden van wat werkelijk is —

niet van iets denkbeeldigs,

maar van het eeuwige vuur dat nooit dooft.



DE HEL VAN NU — EN DE HEL VAN STRAKS

De rijke man bevindt zich in Hades

de tijdelijke plaats van de verlorenen.

Zijn lichaam ligt in het graf,

maar zijn ziel leeft voort.

Hij ziet, hij spreekt, hij herinnert, hij voelt.


En zo is het met ieder mens die vandaag sterft zonder Christus:

hij ontwaakt in diezelfde plaats van bewust lijden.


“En in de hel sloeg hij zijn ogen op, zijnde in pijn.”

Lukas 16:23


Hades laat zien dat de mens geen lichaam nodig heeft om te ervaren.

De ziel ziet zonder ogen, hoort zonder oren, voelt zonder huid.

Gedachten, herinneringen en pijn blijven levend,

want de ziel is niet dood — alleen afgesneden van het lichaam.

De dood beëindigt het leven niet;

zij scheidt slechts het lichaam van de bewustheid,

die onverwoest voortbestaat.


Maar dit is nog niet het einde.

Er komt een dag dat de doden uit Hades zullen opstaan

voor de Grote Witte Troon (Openbaring 20).

Dan zullen ziel en lichaam weer verenigd worden —

maar niet tot heerlijkheid,

doch tot eeuwige veroordeling.


“En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren;

en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.

En de dood en de hel werden geworpen in de poel des vuurs.

Dit is de tweede dood.”

Openbaring 20:13–14


En op dat ogenblik

zal niemand kunnen spreken.

De hemel zal zwijgen.

De aarde zal vluchten van Zijn aangezicht.

En de heiligen zullen getuigen.

Want geschreven staat:


“Weet gij niet, dat de heiligen de wereld oordelen zullen?”

1 Korinthe 6:2


Wij zullen het zien – en getuigen dat Gods oordeel waarachtig is.

Geen mens zal kunnen zeggen dat hij niet gewaarschuwd was.

Geen tong zal zich kunnen rechtvaardigen.


En dan — als het oordeel voltrokken is —

zal God alle tranen van onze ogen afwissen.


“Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde;

en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden,

noch in het hart opkomen.”

Jesaja 65:17


De herinneringen aan wie verloren gingen,

zullen worden uitgewist.

Niet omdat wij hard zijn,

maar omdat God alles nieuw maakt.


De verlossing zal volmaakt zijn.

Er zal geen pijn meer zijn,

geen verdriet,

geen herinnering aan hen die buiten Christus stierven.

Het zal zijn alsof zij nooit hebben bestaan.


Daar, in die poel van vuur — Gehenna, de “final hell” —

zal geen licht meer zijn,

geen herkenning, geen troost,

slechts buitenste duisternis.


“En werpt den onnutten dienstknecht uit in de buitenste duisternis;

daar zal wening zijn en knersing der tanden.”

Mattheüs 25:30


Dat is de tweede dood,

de plaats bereid voor de duivel en zijn engelen.



HET VERSCHIL TUSSEN HADES EN GEHENNA

In Hades is de ziel nog volledig bewust.

De rijke man kon zien, spreken, voelen, denken en zich herinneren.

Er is daar nog licht —

niet het licht van vrede of genade,

maar het schrijnende licht dat God nog toelaat,

opdat de verlorenen zich bewust blijven van hun toestand.

Een laatste glans van waarneming,

niet tot troost,

maar tot veroordeling.

Daar ziet men nog — en dat maakt de pijn des te dieper.


Maar na het oordeel,

wanneer Hades zelf in de poel van vuur wordt geworpen,

begint Gehenna — de buitenste duisternis,

de zwartheid der duisternis in eeuwigheid.


Daar zal de mens niet slechts met zijn ziel,

maar met ziel én lichaam zijn.

De lichamen der verlorenen zullen opgewekt worden —

niet tot heerlijkheid, maar tot schande en eeuwige afgrijzing.

Dezelfde handen die ooit zondigden,

dezelfde ogen die weigerden te zien,

dezelfde tong die Christus verwierp —

zij zullen allen delen in het eeuwige oordeel.


“En velen van degenen, die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken,

dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmading en eeuwige afgrijzing.”

Daniël 12:2


Daar, in Gehenna, zal de mens in zijn geheel verloren zijn —

met ziel en lichaam, levend, maar afgesneden van het Leven zelf.


Daar blijft het bewustzijn even levend,

maar zonder enig licht, zonder zicht, zonder troost, zonder gemeenschap.

Men blijft zich bewust,

maar in absolute duisternis en volkomen verlatenheid.


In Hades ziet men nog;

in Gehenna bestaat men nog, maar ziet niets meer.

Het bewustzijn houdt niet op —

het lijden wordt verhevigd.


Van pijniging in vuur,

naar pijniging in vuur én duisternis

in eeuwige verlatenheid en wanhoop.



DE EEUWIGE VERLATENHEID

De “buitenste duisternis” betekent letterlijk:

buiten God, buiten licht, buiten leven, buiten gemeenschap.

Geen vriendschap. Geen troost. Geen stem. Geen blik.

Iedere ziel alleen met zichzelf —

afgesneden van alles en iedereen.


“Hun worm sterft niet, en het vuur wordt niet uitgeblust.”

Markus 9:48


Geen klank, geen aanraking,

slechts de zwartheid der duisternis in eeuwigheid,

de stilte van het onuitblusbare vuur.


Zelfs het geweten blijft levend —

de herinnering aan wat had kunnen zijn,

maar nooit meer zal zijn.


Eeuwige bewustheid.

Eeuwige afzondering.

Eeuwige verlatenheid.



DE EEUWIGE DOOD

De mens buiten Christus is niet werkelijk levend,

maar ook nooit werkelijk gestorven.

Hij bestaat in voortdurende dood.


De Schrift noemt het “de tweede dood”

een dood die nooit eindigt,

waar de ziel blijft bestaan,

maar zonder leven, zonder hoop, zonder God.


Het is een eeuwig sterven,

een voortdurende afbraak zonder einde,

een bestaan dat nooit rust vindt.


Alleen wie in Christus is,

heeft werkelijk leven,

want alleen Hij is onsterfelijk.


“Die alleen onsterfelijkheid heeft,

en een ontoegankelijk licht bewoont.”

1 Timotheüs 6:16


Zonder Hem is het bestaan zelf een voortdurende sterving.

Niet rust, maar eindeloos vergaan.

Niet niets, maar een eeuwig besef van verlies.



DE RECHTVAARDIGE STRAF VOOR ZONDE
Zonde scheidt de mens van God.

Ze maakt hem zelfgericht, koud, gesloten.

De hel is de volkomen consequentie van wat zonde eist:

eeuwige verwoesting

niet het ophouden te bestaan,

maar het bestaan zonder enig goed, zonder God.


Niet omdat God wreed is,

maar omdat de mens dat zelf verkoos.


“Laat Mij met God met rust” —

en God doet precies dat.


Waar God niet is,

is niets goeds meer over.

Geen liefde. Geen vrede. Geen hoop. Geen licht.



CHRISTUS DROEG DIE VERLATENHEID

Op Golgotha proefde Jezus de hel.

Toen Hij riep:


“Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?”

Mattheüs 27:46


Daar hing Hij — alleen.

Verlaten van de Vader.

Afgesneden van het licht.


Hij droeg jouw zonde.

Hij proefde jouw verlatenheid.

Hij ging door jouw hel,

opdat jij het nooit hoeft te ervaren.


📖 Wil je begrijpen wat dat werkelijk betekent — wat Hij droeg, waarom Hij stierf, en hoe jij vandaag gered kunt worden?


Lees hier het goede nieuws, helder en volledig uitgelegd:

👉 Wat Jezus werkelijk deed — en hoe jij behouden kunt worden.



NOG IS ER HOOP

Zolang je leeft, ademt, leest —

is er nog genade.

De deur van redding staat nog open,

maar eens zal zij voorgoed sluiten.


Dan zal de mens niet alleen verloren zijn,

maar ook volkomen alleen.


“Wie den Zoon heeft, die heeft het leven;

wie den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet.”

1 Johannes 5:12


Kies dus vandaag.

Kies het leven.

Kies Christus

voordat het te laat is.


“Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden.”

Handelingen 16:31


Velen zeggen:

“Ik heb geen tijd.”

Geen tijd om te luisteren, te lezen, of om zich te verootmoedigen voor God.

Altijd haast — altijd “morgen misschien.”

Maar wat als morgen nooit komt?

Wat als je straks ontwaakt in de eeuwigheid —

waar tijd niet meer bestaat?

Daar tikt geen klok.

Daar is geen wachten, geen plannen, geen “later”.

Alle tijd is voorbij —

en de eeuwigheid begint.

Je zei dat je geen tijd had voor God...

en nu heb je alle eeuwigheid —

zonder Hem.



NIET STERVEN ZONDER CHRISTUS

Geloof je het?

Of twijfel je nog?


Geloof je wat God zegt?

Of wil je er nog eens over nadenken?

Nog een nacht slapen? Nog wat uitzoeken?

Nog even wachten tot “later”?


Laat dit dan heel duidelijk zijn:

De hel wacht niet. De dood wacht niet. En God verandert niet.


Elke ademhaling is genade —

maar elke ademhaling kan ook je laatste zijn.


Als je dit leest en nog excuses hebt,

nog uitstel, nog twijfel —

dan zeg ik één ding tegen je:


Niet sterven!


Want wie zonder Christus sterft,

ontwaakt — zoals die zekere man —

in de hel.


Maar wie nú gelooft,

heeft eeuwig leven.

Nu. Voor altijd. Zeker.


En als je dit niet gelooft,

weet dit:


De dag komt dat je zult staan

voor de Grote Witte Troon.


Wij zullen daar zijn.

De gelovigen die je hoorden,

die je misschien hebt genegeerd of uitgelachen,

zullen getuigen dat God rechtvaardig is.


Daar zal geen discussie meer zijn,

geen uitleg,

geen tijd.


En wanneer het oordeel voorbij is,

zal God onze herinnering aan jou wissen.


Je naam, je gezicht, je stem — verdwenen.

Alsof je nooit geweest bent.


Geen spoor zal blijven,

geen gedachte aan je bestaan.

Alleen de eeuwigheid —

zonder God.


Je zei dat je geen tijd had voor God.

Maar in de eeuwigheid is geen tijd meer.

Geen seconde om terug te keren.

Geen moment om te kiezen.

Alle tijd voorbij —

alle hoop voorbij.


Maar zolang je leeft, is er nog genade.


Als dit je raakt — als je voelt dat het waar is —

wacht dan niet.


Lees nu het goede nieuws,

en ontdek hoe je vandaag nog zeker kunt zijn van eeuwig leven:

👉 Lees het Evangelie van Jezus Christus.